De eredienst: het hart van het gemeente-zijn

De eredienst, de samenkomst van de gehele gemeente, is het wekelijkse hoogtepunt van het gemeenteleven. In de eredienst klinkt het Woord van God tot ons allen, wordt de openbare voorbede gedaan en zingen wij samen Gods lof. God roept ons in Zijn Woord nadrukkelijk op om aanwezig te zijn in de erediensten: Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.’ Hebreeën 10:25.

De vorm van de eredienst

De vorm van de eredienst in de Hervormde Gemeente van Zuilichem staat in de reformatorische traditie. De opbouw is als volgt:

  • Voorzang, waarbij ’s morgens wordt aangesloten bij de psalm van de zondagsschool en ’s avonds wordt het hele psalmboek doorgezongen (één of twee verzen per psalm)
  • Votum en Groet
  • Samenzang
  • Voorlezing van de Wet in de morgendienst en de Geloofsbelijdenis in de avonddienst en de diensten op christelijke feest- en gedenkdagen
  • Samenzang als antwoord op de Wet of de Geloofsbelijdenis
  • Gebed om de opening van het Woord en verlichting met de Heilige Geest
  • Schriftlezing
  • Samenzang en Dienst der offerande
  • Prediking
  • Samenzang als antwoord op de prediking
  • Dankgebed en voorbeden
  • Samenzang
  • Zegen(bede)

De Schriftlezing gebeurt vanuit de Herziene Statenvertaling. Alle liederen in de gewone erediensten zijn psalmen uit de berijming van 1773 en de liederen die bekend staan als ‘Enige gezangen’. De Wet, Geloofsbelijdenis en het Bijbelgedeelte worden gelezen door de voorganger.

Het lezen van de Tien Geboden en de samenvatting daarvan is het uitgangspunt; maar voorgangers hebben de vrijheid om bij uitzondering ook bijvoorbeeld Romeinen 12:9 – 21 te lezen. Dit wordt gedaan om enerzijds gewenning aan de regelmatige lezing van de Tien Geboden tegen te gaan, en anderzijds om te laten zien dat de (onbekendere) geboden uit het Nieuwe Testament op hetzelfde niveau staan als de bekende Tien Geboden.

Op de zondag na koningsdag worden in de morgendienst, na het uitspreken van de zegen(bede), twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Op de zondag vóór of ná Hervormingsdag worden in de morgendienst, na het uitspreken van de zegen(bede), twee coupletten van het Lutherlied gezongen. Op 1ste Kerstdag wordt na de zegen(bede) het ‘Ere zij God’ gezongen. Wanneer er een gemeentelid in de achterliggende week is overleden wordt een passende Psalm gezongen als eerste lied na het Votum en Groet, meestal zijn dat van Psalm 103 de verzen 8 en 9. In de morgendienst op de laatste zondag van het kerkelijk jaar (eind november) is er een in memoriam waarbij de gemeenteleden die in het achterliggende kerkelijk jaar gestorven zijn met naam worden genoemd, waarna er een minuut stilte wordt gehouden en er aansluitend een passende Psalm wordt gezongen.

Daarnaast is er ruimte om in bijzondere diensten liederen buiten de eredienst te zingen. Dat gebeurt altijd in overleg met de predikant en kerkenraad waarbij het de norm is dat de liederen bijbels verantwoord zijn.